Skip to main content

Anna Jacobs 

Ongeveer 5 procent van de kinderen heeft vermoedelijk een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Bij kinderen met TOS verloopt de taal- en spraakontwikkeling anders. Vaak heeft dit tot gevolg dat kinderen ook te maken krijgen met andere cognitieve uitdagingen of beperkingen. Wat maakt TOS zo complex en wat kun je als ouder doen?

TOS is een taalprobleem dat niet kan worden verklaard door aantoonbaar hersenletsel, intelligentieproblemen, gehoorverlies, lichamelijke problemen of sociaal-emotionele problemen (Kamphuis en Hermsen, 2015). Onderzoek naar de oorzaak van taalontwikkelingsstoornissen is nog volop aan de gang, maar mogelijke oorzaken zijn onder andere genen (erfelijkheid), de opbouw van de hersenen, activiteit in de hersenen of het vermogen van de hersenen.

Hoe kom je erachter of een kind TOS heeft? Soms wordt gedacht dat het kind niet zo slim is, een ontwikkelingsachterstand of vorm van autisme heeft, meldt Kentalis. Koninklijke Kentalis is een Nederlandse organisatie die onderzoek, zorg en onderwijs biedt aan mensen met beperkingen in horen en communiceren doordat ze doofblind, doof of slechthorend zijn, of omdat ze communicatieproblemen hebben door een taalontwikkelingsstoornis of autisme met problemen in spraak en taal. Volgens Kentalis is het risico dat TOS niet op tijd wordt herkend groter bij kinderen die meertalig zijn.

Een trage prater

Marit (achternaam bij de redactie bekend) is de moeder van Fiene en Tum. Zes jaar geleden trok ze zelf aan de bel bij het consultatiebureau omdat het haar zorgde baarde dat haar zoon van bijna drie jaar oud maar een paar woordjes sprak. ,,Het consultatiebureau gaf aan dat hij een trage prater zou zijn en dat het wel goed kwam. Met veel pijn en moeite kreeg ik een verwijzing naar logopedie. Eenmaal bij de logopedie ging het snel en konden we binnen enkele maanden bij Adelante terecht, een organisatie gespecialiseerd in onder andere taal-spraakproblemen. Bij Adelante werd bij Tum de diagnose TOS gesteld.”

‘Ik snoepje mag’

TOS kan verschillen in zowel ernst als uitingsvorm. Kinderen kunnen problemen hebben met spraak (fonologie of spraakmotoriek), met taalbegrip of taalproductie of met combinaties daarvan. TOS uit zich daardoor bij ieder kind anders. Kinderen met TOS praten soms niet of weinig. Ze kunnen ook klanken omwisselen (‘titter’ in plaats van ‘kikker’) of klanken weglaten (‘teevisie’ in plaats van ‘televisie’). Soms hebben kinderen moeite om op een woord te komen, kennen ze weinig woorden of zijn ze niet goed verstaanbaar. Kinderen kunnen boos worden als ze niet goed begrepen worden of een ander niet goed begrijpen. Soms uit de stoornis zich doordat kinderen vooral korte zinnen of veel fouten zinnen maken.

Marit: ,,Tum heeft problemen met de uitspraak van klanken en de vormgeving van een zin. Zo zegt hij niet ‘Mag ik een snoepje?’, maar bijvoorbeeld ‘Ik snoepje mag’. Star Wars noemt hij Tou sjo en een tablet was tot zijn vijfde ‘ap tab’.”

Deze kinderen vinden het meestal moeilijk om hun gevoelens en gedachten te begrijpen en zichzelf aan te sturen

Contance Vissers

Waarom moet TOS (snel) worden opgespoord?

,,De problematiek van kinderen met TOS is complex; het blijft vaak niet bij taal- en spraakproblemen alleen. We weten dat als de taalontwikkeling hapert, deze kinderen ook op andere cognitieve gebieden problemen ontwikkelen. De kinderen vinden het meestal moeilijk om hun gevoelens en gedachten te begrijpen en zichzelf aan te sturen”, zegt Constance Vissers. Vissers is bijzonder hoogleraar en senior onderzoeker bij Kentalis. Op 25 mei vond bij de Radboud Universiteit in Nijmegen haar oratie plaats waarop ze antwoord geeft op de vraag ‘Hoe draagt een neuropsychologisch perspectief op taalontwikkelingsstoornissen (TOS) bij aan passende diagnostiek, behandeling en onderwijs voor kinderen en jongeren met TOS?’

Kun je als ouder iets doen aan TOS?

,,Soms denk ik: had ik zelf meer kunnen doen?”, zegt Marit. Ze herkent dat er soms nog vooroordelen bestaan over TOS. Dat je als ouder misschien niet goed voorleest of praat of dat het op een of andere manier aan jouw opvoeding kan liggen. Vissers geeft daar stellig antwoord op: ,,Bij TOS is het geen kwestie van te weinig voorlezen of niet genoeg praten met je kind. TOS is een neurocognitieve stoornis in het verwerven van de taal. TOS valt in de categorie neurale ontwikkelingsstoornis, waar ook adhd en autisme in vallen. Het is een stoornis in de vroege hersenontwikkeling die leidt tot een brein dat niet optimaal bedraad is. Als ouder kun jij hier niks aan doen.”

,,Zodra de diagnose TOS is gesteld is het wel van belang om de taalontwikkeling te stimuleren”, benadrukt Vissers. ,, Het is zaak om de wereld voor een kind met TOS te vergroten en hen zo breed mogelijk te stimuleren. Thuis, in zorg en onderwijs.”

Vissers erkent dat het voor ouders uitdagend kan zijn. ,,Als de communicatie lastig verloopt, kun je als ouder soms geneigd zijn juist minder te gaat praten. Als er veel frustratie is bijvoorbeeld. Het is belangrijk om dat wel te blijven doen, juist de dialoog aan te blijven gaan. Dompel je kind onder in een taalbad.”

Kentalis deelt een aantal tips voor ouders met kinderen met TOS:

Wees expressief. Zeg niet alleen: ‘Schuif je stoel aan’, maar doe het voor. Zo leer je het kind de betekenis van je woorden. Dit kun je ook doen door foto’s, afbeeldingen of objecten erbij te gebruiken.

Verbeter je kind niet, maar herhaal wat hij of zij heeft gezegd alleen dan op de juiste manier

Blijf bij je kind checken of hij of zij je begrepen heeft. Kinderen schamen zich snel als ze iets niet begrijpen en durven dat daarom niet altijd te zeggen.

Een kenmerk van TOS is ook dat het soms lastig is om emoties te benoemen. Daardoor kunnen emoties soms juist hoog oplopen. Zoek naar manieren om emoties te herkennen en benoemen. Er bestaan veel kinderboeken die zijn gericht op emoties.

Blijf met en tegen je kind praten, ook als hij of zij maar weinig terug zegt.

Kinderen zullen eerder gaan communiceren als ze interesse in iets hebben en zelf het initiatief kunnen tonen.

Maak je niet druk, het komt vanzelf goed, hoorde Karin steeds. Toch bleek haar zoontje een taalontwikkelingsstoornis (TOS) te hebben. Lees haar verhaal op Ouders van Nu.